Waterleidingbedrijf Vitens heeft op haar website vijf tips staan voor de Nederlandse burger om water te besparen, zoals de kraan dichtdraaien tijdens het tandenpoetsen. Hier stond ook de tip bij om minder vlees te eten, omdat door vleesproductie veel zoet water verloren gaat.
Tip verwijderd
Toen kwam AgriFacts in opstand. Dit is een stichting die is opgericht door melkveehouders met zogenaamd als doel om de feiten over dierlijke producten recht te zetten. Duidelijk is dat ze hier financiële belangen bij hebben. En dat het ze meer in het bijzonder te doen is om de beeldvorming over de milieuschade van dierlijke producten af te zwakken. Dat lukt ze helaas aardig.
Vitens heeft de minder-vlees-tip meteen van haar website verwijderd vanwege een dringend verzoek van AgriFacts. Het is namelijk niet in de eerste plaats kraanwater dat verloren gaat door dierlijke producten, maar vooral regenwater. AgriFacts betoogt dat de Nederlandse burger zodoende niet helpt bij het besparen van kostbaar water door minder of geen vlees te eten.
Mondiale waterschaarste
Maar die redenatie is foutief. Zoet water is kostbaar, of het nu regenwater is of kraanwater. Door de klimaatopwarming neemt droogte toe waardoor voedseloogsten mislukken en veel gebieden op den duur onleefbaar zullen worden. Ook onze eigen boeren hier in Nederland hadden afgelopen zomer problemen met hun oogsten door de langdurige droogte.
Ondertussen smelten gletsjers, waardoor zoet water naar de zee stroomt. Dit verkleint onze mondiale zoetwatervoorraad. Al met al wordt zoet water dus schaarser en schaarser. Kees van Leeuwen, hoogleraar watermanagement en stedelijke ontwikkeling aan de Universiteit Utrecht, betoogt dat de mondiale zoetwaterschaarste grotendeels opgelost kan worden als we met z’n allen minder vlees eten (bron: AD).
Hoe zit dat dan precies?
De dieren die wij eten, moeten ook eten. Ze eten bijvoorbeeld gras, granen, maïs en soja. Een koe eet wel 40 kilo gras, 15 kilo maïs en 5 kilo krachtvoer per dag (bron: The Daily Milk). Voor deze gewassen is regenwater en (bij gebrek daaraan) grondwater nodig, anders kunnen de gewassen niet groeien. Het water wordt deels opgeslagen in deze gewassen. Het gras, de granen, maïs en soja worden vervolgens gevoerd aan kippen, varkens en koeien. Het water wordt zodoende geconsumeerd en komt niet terug in de ecosystemen waar het water vandaan kwam.
Bij een bos of natuurgebied werkt het anders: het bos neemt water op en geeft het via de bladeren terug aan de atmosfeer. Hierdoor vormen zich wolken en gaat het weer regenen. Het is dus een cyclus. Door gewassen te consumeren, wordt deze cyclus verbroken: het water dat is opgeslagen in de planten wordt elders geconsumeerd en komt niet terug.
Waterkringloop
De waterkringloop werkt als volgt: door de zon verdampt water in rivieren, meren en oceanen. Als de waterdamp hoog genoeg opstijgt, koelt het af en verandert het in waterdruppels waardoor wolken worden gevormd (condensatie). Als de lucht het water niet meer kan vasthouden, valt het in regen (of hagel, ijzel of sneeuw) weer terug naar de aarde. Het valt in de rivieren, meren en oceanen waarna het weer verdampt. Of het valt op aarde, waarna het wordt opgenomen als grondwater dat door planten wordt opgenomen en wordt gebruikt door ons mensen als drinkwater. Ook valt het op gletsjers: grote ijsmassa’s die 75% van het zoet water op aarde vasthouden en water leveren via rivieren.
Door klimaatverandering zien we gebeuren dat steeds meer zoet water naar zee stroomt, doordat gletsjers in verhoogd tempo smelten. Het terugstromen naar zee is voor een deel ook wat uiteindelijk gebeurt met het water dat wordt opgenomen door veevoergewassen. Regenwater valt bijvoorbeeld op soja in het Amazonegebied. Europese koeien, kippen en varkens eten deze soja, waarna het regenwater dat in die soja was opgeslagen terugkomt in hun adem, zweet, ontlasting en vlees, zuivel en eieren welke wij opeten waarna het in onze riolering terecht komt. Vanuit onze riolering stroomt het weer terug naar rivieren waarna wij het weer gebruiken als drinkwater en het voor een deel naar de zee stroomt.
Al met al neemt de voorraad zout water toe en de voorraad zoet water af. Het water dat in zee terecht komt, verdampt boven zee en valt voor een groot deel op de zee. Het is dus van groot belang om het water zo weinig mogelijk te onttrekken aan de natuurlijke kringloop, zodat de voorraad zoet water op peil blijft.
Meer natuur = meer zoet water
Als we geen dieren meer zouden eten, zou er minder water onttrokken worden aan de natuurlijke waterkringloop. Want koeien, varkens en kippen eten veel veevoer. Volgens een recent onderzoek van University of Oxford is maar liefst 83 procent van de mondiale landbouwgrond in gebruik voor de productie van veevoer.
Stel je voor dat we geen dieren en dierlijke producten meer zouden eten. Dan zou enorm veel landbouwgrond (een gebied ter grootte van Afrika) aan de natuur teruggegeven kunnen worden. Dit zou droogtes helpen voorkomen en onze zoetwatervoorraad beter op peil houden.
Dus Vitens: plaats die tip alsjeblieft weer terug op de website, want ons zoet water is oneindig veel kostbaarder dan de dierlijke producten in onze boodschappenmandjes.
Op deze link van het Water Footprint Network zie je een overzicht met de watervoetafdruk van verschillende voedselproducten. Dit komt overeen met bijvoorbeeld dit overzicht van het VK’s Institution of Mechanical Engineers.
Een kilo rundvlees verbruikt gemiddeld 15.415 liter zoet water. Dit is het wereldwijd gemiddelde. In Nederland zijn de koeien sterk doorgefokt op voerconversie, wat betekent dat zij meer zuivel en vlees leveren per kilo veevoer. In Nederland kost een kilo rundvlees daardoor gemiddeld 6500 liter zoet water. Dat is nog steeds ruim 1,5 keer zoveel als bijvoorbeeld bij peulvruchten gemiddeld het geval is, waarvoor per kilo 4055 liter zoet water nodig is.